Op school worden verschillende looponderdelen gedaan. De meest voorkomende zijn de 60 meter sprint, de 6 en de 12 minuten loop en de Shuttle Run.
Looptrainingen kun je in verschillende soorten onderverdelen.
Duur training.
Bij deze training loop je aan een stuk door met een bepaalde snelheid. Je kunt een duurtraining doen op een laag tempo (een stuk wandelen) of op een hoog tempo (flink joggen). Een duurtraining kan relatief kort duren, bijvoorbeeld 15 minuten, of lang, bijvoorbeeld 3 uur of zelfs langer.
Een aantal belangrijke trainingseffecten van duurtraining zijn:
- Het verbetert je aerobe conditie, oftewel je lichaam leert efficiënt met zuurstof om te gaan zodat je steeds gemakkelijker een langere periode kunt bewegen.
- Er ontstaan meer haarvaatjes in je bloedvatensysteem, waardoor transport van zuurstof naar de spieren nog beter kan verlopen.
- De vetverbranding wordt gestimuleerd. De glycogeenvoorraad (=energie) in de spieren neemt toe, zodat je steeds beter lange inspanning kunt leveren.
Tempotraining.
Bij deze training, train je om sneller te worden en dat je dit tempo daarna zo lang mogelijk vol kunt houden ( zie tabel boven; “hard / maximaal”). Meer informatie kun je vinden via de site https://www.prorun.nl.
Kracht- of sprint training.
Dit train je als je de spieren sterker en explosiever wilt maken. Meer informatie kun je vinden op www.topsporttopics.nl
Intervalduur training.
Hierbij bestaat de training uit snellere stukken die worden afgewisseld door een pauze die actief (wandelen of dribbelen) wordt doorgebracht.

Meer informatie kun je vinden via www.prorun.nl