Deze techniek wordt meestal gebruikt bij een hoge bal. De spelverdeler (set‐up) gebruikt deze techniek om een set‐up te geven.
• Verplaats je snel in de richting van de bal (kom onder de bal)
• Maak van je duimen en wijsvingers een driehoekje en vorm met je handen een kommetje (in de vorm van de bal).
• Houd de polsen achterover
• Houd je handen schuin boven je hoofd en draai je ellebogen naar buiten
• Houd je knieën en ellebogen licht gebogen, speel vanuit je benen en sta stil
• Wijs de bal met je vingers na, je armen zijn daarbij gestrekt. Door het nawijzen kan je de bal weer juist mikken.
Bovenhandse techniek
